Wees Niets En Laat Mij Alles Zijn

26 april 1987 

laat Mij je vertellen, beminde, dat Ik Mijn plannen heb gemaakt voordat jij geboren werd;  we zullen altijd samen werken; wil je dat? 

Dat wil ik, als U mij in mijn onvermogen aanvaardt, mijn God. 

Ik bemin je Vassula, Ik zal je helpen;

begin van de vorige week werd je geteisterd en aangevallen door het kwade; niettemin heb Ik elk woord dat Ik wilde met je geschreven; Ik heb over je gewaakt; 

Was dat toen de duivel mij vervloekte?

ja, terwijl hij jou infaam vervloekte, heb Ik je gezegend; Ik heb je beschermd; 

(Later:) 

laat Mij je zeggen, Vassula, dat hoe minder jij bent des te meer Ik zal zijn; sta Mij toe in jou te handelen en Mijn wil in jou te doen; wees niets; voel je niets en laat Mij alles zijn opdat Mijn Woord de uiteinden van de wereld bereikt en Mijn Werken van Vrede en Liefde elk hart verlokken;

sta Mij toe je aan je ellende te herinneren, zodat deze herinnering je ervoor zal behoeden trots te worden door alle genaden die Ik je heb gegeven; wees Mijn zuiver altaar … visser van mensen, werp Mijn Net van Vrede en Liefde uit over de hele wereld, haal het in en laat Mij Me verheugen over zijn vangst! toen Ik in het vlees op aarde was leerde Ik een kleine groep mannen vissers van mensen te worden; Ik liet hen in de wereld achter om Mijn Woord bekend te maken over de hele mensheid; Ik, de Heer Jezus, zal je leren en laten zien hoe dat werk werd gedaan; 

(Wat kan ik zeggen? Hoe zou ik iets kunnen doen, laat staan een dergelijke zending; ik voel dat de boodschap dagelijks zwaarder wordt. Ik wil God behagen, maar met welke middelen? Ik kan alleen een hoge Alp voor mij zien, en de openbaring die zwaar op mij drukt. 

Ik draag Mijn Kruis samen met jou; ja, Het is inderdaad zwaar, maar word het niet moe; Ik, de Heer, help je; blijf dicht bij Mij, Ik zal je niet in de steek laten; 

Maar toch, het is zoveel. 

(Jezus moedigt mij aan om door te gaan.) 

Vassula, heb Ik je tot nu toe niet geholpen? waarom zou Ik je dan verlaten; steun helemaal op Mij; vertrouw Mij; wat Ik ben begonnen en gezegend heb, zal Ik voltooien;